Prenatale screening omvat medische onderzoeken die tijdens de zwangerschap kunnen worden uitgevoerd om een indruk te krijgen van de gezondheid van de baby. Het is belangrijk om te weten dat deze onderzoeken niet verplicht zijn; de keuze om ze te laten doen, ligt volledig bij jou en je partner. De meest voorkomende vorm van screening is de NIPT (Niet-Invasieve Prenatale Test). Dit is een bloedtest die vanaf 10 weken zwangerschap kan worden afgenomen en die onderzoekt of er aanwijzingen zijn voor chromosoomafwijkingen zoals het syndroom van Down, Edwards of Patau. De NIPT is betrouwbaar en heeft geen risico op een miskraam, in tegenstelling tot invasieve tests zoals een vruchtwaterpunctie.
Naast de NIPT zijn er twee belangrijke echo’s die je kunt laten doen. De 13-wekenecho, ook wel het Eerste Trimester Structureel Echoscopisch Onderzoek genoemd, is gericht op het vroegtijdig opsporen van grote lichamelijke afwijkingen bij de baby. Dit geeft je de mogelijkheid om vroeg in de zwangerschap meer duidelijkheid te krijgen. De 20-wekenecho is een uitgebreider onderzoek naar lichamelijke afwijkingen. Hierbij worden de organen, de groei en de ligging van de baby nauwkeurig bekeken. Als de uitslag van een van deze screenings afwijkt, kan er vervolgonderzoek worden aangeboden om meer zekerheid te krijgen. Het is aan te raden om de voor- en nadelen van deze onderzoeken te bespreken met je verloskundige of gynaecoloog.