Basisonderwijs is de fundering van het leertraject van elk kind, doorgaans voor kinderen van 2,5 tot ongeveer 12 jaar. Het omvat de kleuterklas en de lagere school, waar jonge leerlingen essentiële vaardigheden en kennis opdoen. Denk hierbij aan leren lezen, schrijven en rekenen, maar ook aan de ontwikkeling van sociale vaardigheden en een brede algemene kennis over de wereld om hen heen. Het doel is om een veilige en stimulerende omgeving te creëren waarin elk kind zich op zijn eigen tempo kan ontwikkelen.
Het curriculum in het basisonderwijs is breed en gevarieerd. Naast de kernvakken zoals taal en wiskunde, maken ook vakken als wereldoriëntatie, lichamelijke opvoeding, muzische vorming en burgerschap deel uit van het programma. Er wordt veel aandacht besteed aan spelenderwijs leren, ontdekken en ervaren. Dit helpt kinderen niet alleen academische vaardigheden op te bouwen, maar ook kritisch te denken, problemen op te lossen en samen te werken.
De rol van de leerkracht is cruciaal in het basisonderwijs. Zij begeleiden de kinderen in hun groei, zowel op cognitief, sociaal als emotioneel vlak. World-Wide Q&A toont aan dat ouders en opvoeders vaak veel vragen hebben over de methodieken, de leerstof en de overgang naar het secundair onderwijs. Een goede communicatie tussen school en thuis is daarom essentieel voor de optimale ontwikkeling van elk kind.