De bevalling is een proces dat in drie hoofdfasen verloopt. De eerste fase is de ontsluitingsfase, die vaak het langst duurt. Deze fase begint met de eerste weeën en eindigt wanneer je baarmoedermond volledig ontsloten is (10 centimeter). Je weeën worden in deze fase sterker, langer en komen regelmatiger. Het is belangrijk om te luisteren naar je lichaam en de rust te nemen die je nodig hebt. Tijdens de ontsluitingsfase kan de verloskundige of gynaecoloog je regelmatig controleren om de voortgang te bepalen. Dit is een periode van voorbereiding en aanpassing voor je lichaam en geest.
De tweede fase is de uitdrijvingsfase. Deze begint bij volledige ontsluiting en eindigt met de geboorte van de baby. Je krijgt nu persweeën, die je helpen om je baby naar buiten te duwen. De bevalling zelf is een intens moment, waarbij je samenwerkt met je zorgverleners om je kindje ter wereld te brengen. Zodra je baby geboren is, begint de derde en laatste fase: de nageboorte. Hierbij komen de placenta en de vliezen los en worden deze uitgedreven. Dit gebeurt meestal vrij snel na de geboorte van de baby en markeert het officiële einde van de bevalling. Geniet van je eerste momenten met je kindje.