Secundair onderwijs, ook wel middelbare school genoemd, is de onderwijsfase die volgt op het basisonderwijs. Het is een cruciale periode in de ontwikkeling van jongeren, meestal van 12 tot 18 jaar. In deze fase wordt de basiskennis die in het lager onderwijs is gelegd verder uitgediept en verbreed, en worden leerlingen voorbereid op het hoger onderwijs of de arbeidsmarkt. Het secundair onderwijs kent verschillende onderwijsvormen of stromingen, elk met een eigen focus, zoals algemeen vormend, technisch, kunst en beroepsonderwijs.
Het doel van het secundair onderwijs is tweeledig: enerzijds het verwerven van een brede algemene vorming, en anderzijds het aanbieden van een eerste specialisatie. Leerlingen maken op basis van hun interesses en talenten keuzes die hun toekomstige studierichting of beroepskeuze beïnvloeden. Naast de traditionele vakken zoals wiskunde, talen en wetenschappen, is er ook aandacht voor persoonsvorming, sociale vaardigheden en burgerschap. Dit helpt jongeren om kritisch te denken, problemen op te lossen en hun weg te vinden in de maatschappij.
De overgang van de lagere school naar het secundair onderwijs is een belangrijke stap, gekenmerkt door meer zelfstandigheid en verantwoordelijkheid. Het secundair onderwijs legt de basis voor verdere educatieve en professionele paden. Voor vragen over de verschillende studierichtingen, doorstroommogelijkheden of specifieke schoolregels, zowel lokaal als op World-Wide Q&A, is er een rijkdom aan informatie beschikbaar om de juiste keuzes te maken.